Elk jaar lopen korfballers 85.000 blessures op tijdens het sporten. Dat maakt de kans op een blessure voor hen aanzienlijk groter dan die gemiddeld voor andere sporters is. Voor maar liefst twee van de vijf blessures is medische hulp nodig.
Gelukkig is de kans niet groot dat korfballers heel ernstige blessures oplopen: van de 85.000 blessures hoeven er maar 2.100 behandeld te worden op de Eerste Hulp (onder wie opvallend veel vrouwen) en maar 20 à 50 korfballers per jaar moeten daarna in het ziekenhuis blijven. Dat betekent dat korfbalblessures meestal minder ernstig zijn dan die van andere sporters die op de Eerste Hulp belanden.
Bijna driekwart van de blessures die fysiotherapeuten te zien krijgen, ontstaat door een val of ongelukkig contact met de bal. De meeste blessures zijn die aan enkel, hand en vingers.
Een belangrijk onderdeel in het voorkomen van blessures is een goede basis, deze start bij een goede voorbereiding/training.
Stem de zwaarte van je training af op je fitheid en belastbaarheid. Als je ongetraind bent, is je lichaam nog niet fit en loop je meer kans op blessures door overbelasting. Die kans verklein je door je training altijd geleidelijk op te bouwen en uit de volgende vier onderdelen te laten bestaan: